Aeromonas
De aanwezigheid van Aeromonas in drinkwater lijkt geen groot volksgezondheidsprobleem te zijn.
Aeromonas-bacteriën kunnen in uitzonderlijke omstandigheden darminfecties en huidafwijkingen veroorzaken.
Naar de betekenis van Aeromonas als veroorzaker van diarree in Nederland heeft het RIVM
in samenwerking met de Streeklaboratoria voor de Volksgezondheid onderzoek uitgevoerd. In gemiddeld 1,6 % van de onderzochte monsters
werd Aeromonas geïsoleerd. Er was echter weinig overeenkomst tussen de uit faeces geïsoleerde stammen en die uit drinkwater.
Voor kwetsbare groepen kan een risico echter niet geheel en al worden uitgesloten aangezien de ziekteverwekkende eigenschappen van
Aeromonas nog maar ten dele bekend zijn.
Aeromonas bacteriën zijn in staat om zich te vermeerderen bij zeer lage gehaltes aan gemakkelijk afbreekbare verbindingen.
Bij het landelijk Aeromonas onderzoek werden statistisch significante correlaties aangetoond tussen het vóórkomen van Aeromonas en
het gehalte organische stof in het drinkwater, respectievelijk het gehalte ammonium in de grondstof.
Verondersteld wordt dat Aeromonas zich vermeerdert in het sediment en in het laagje bacteriemateriaal op de buiswand (biofilm).
Aeromonas kan gaan groeien in filters waar ten gevolge van omzetting van methaan en ammonium
dode en levende biomassa is geaccumuleerd. Beperking van de ontwikkeling van Aeromonas kan bereikt worden door het verlagen van de
methaanbelasting in combinatie met schoonmaken/vervangen van het filtergrind.
Bij hoge gehaltes organische verbindingen is de toepassing van desinfectiemiddelen als chloor
en chloordioxide geen juiste keuze om tot een verlaging van de Aeromonas aantallen te komen. Verhoogde AOC
gehaltes en verstoringen van de biofilm kunnen zelfs tot verhoogde Aeromonas
aantallen leiden. Verhoogde aantallen Aeromonas-bacteriën wijzen in het algemeen op storingen (zoals slecht functionerende filters,
verhoogde concentraties voedingsstoffen of langere verblijfstijden) in de gebruikelijke bedrijfsvoering van drinkwaterzuivering.
Beperken van het Aeromonas aantal vereist de productie van biologisch stabiel drinkwater, dat wil zeggen drinkwater met een zeer gering
gehalte aan afbreekbare verbindingen.
Normsteliing op basis van een dosis-effect relatie is niet mogelijk. Voor de hoogte van de normwaarde is gekeken naar de niveaus van
aantallen die als afwijkend beschouwd kunnen worden. Dit niveau wordt vastgesteld op 1000 kve/100 ml (30 °C). Bij overschrijding moet
onderzoek worden gedaan naar het aantal Aeromonas kiemen bij 37 °C want alleen Aeromonas-bacteriën die bij
temperaturen hoger dan 37°C kunnen groeien kunnen onder specifieke omstandigheden ziekteverschijnselen bij de mens kunnen veroorzaken.
Bij aantallen Aeromonas kiemen bij 37 °C groter dan 100 kve/100 ml (90-percentiel) is sprake van een uitzonderlijke situatie.
Rev.2017
|